De scheefheden van het paard

Net zoals mensen zijn paarden ook van nature scheef. Je kunt het bijvoorbeeld aan het hoofd zien, kijk maar eens naar de neusgaten van je paard. Paarden zijn ook links- en rechtshandig en hebben een duidelijke voorkeur om oefeningen op een bepaalde manier uit te voeren. 

Van deze scheefheid heeft het paard in de natuur totaal geen last, hij wordt namelijk niet belast met ruitergewicht. 

Het is erg leerzaam om aan het begin van de training (dus als je bijvoorbeeld met begint je met paard, je hem net hebt, of voor het eerst begint met rechtrichten) foto’s te maken van de scheefheden van je paard. Neem ook foto’s van de voor- en achterhand, ook al zie je er nu niets aan. Het mooie is dat je na een tijdje versteld zult staan van wat een transformatie je paard door is gegaan.

We gaan apart naar de scheefheden kijken, maar belangrijk om te weten is dat alles in verband staat. Als je weet of je een links- of rechtsgebogen paard hebt kun je er vaak ook achter komen welk achterbeen stuwend of dragend is, en of je paard links- of rechtshandig is. 

Verticale scheefheid

Zeker in de wei als het paard snelheid maakt en een bocht door galoppeert verliest hij verticale balans. Het binnenvoorbeen wordt dan zwaarder belast. In de wei is dit niet zo erg, maar als je het gewicht van de ruiter hieraan toevoegt is het van groter belang om dit te ondersteunen. De oplossing zit hem echter niet in de voorhand, maar je moet juist de draagkracht van de achterhand vergroten. 

Als een paard op de volte verticale balans verliest compenseert hij dit vaak door het hoofd naar buiten te brengen. Doordat er meer gewicht op het binnenvoorbeen is, hangt de romp ook automatisch naar binnen. De buik hangt namelijk aan banden gaat daardoor automatisch naar het zwaartepunt toe. 

Bij deze gekke sprong is het even heel overdreven uitgebeeld, maar het laat wel heel duidelijk zien hoe een paard verticale balans verliest en dan op de buitenschouder “valt”.
De groene lijn is de correcte verticale balans, het been heeft dan namelijk een hoek van 90 graden tot de grond.
Dezelfde foto zonder lijnen.

Probeer veel paarden te observeren, onder het zadel, aan de hand en als ze vrij bewegen. Je traint hiermee je oog en wordt daardoor steeds beter in het herkennen van deze scheefheid. Als je dit goed leert zien kun je het paard tijdens de training beter ondersteunen. Het helpt ook tijdens het rijden om iemand op de grond te hebben staan die je kan aangeven wanneer het paard over of op de schouder valt, zodat je het leert voelen onder het zadel.

Hierboven is een foto van Lýsa, een paard dat we nu een tijdje trainen. Toen ze hier kwam was ze mager, ze had weinig bespiering en veel spanning tijdens het rijden. Met grondwerk wil ze alles voor je doen, maar onder het zadel kon ze behoorlijk in paniek raken. We kwamen er later achter dat ze een trailerongeluk heeft gehad, en daar in haar rug en bekken de gevolgen van heeft ondervonden. Ze is behandeld door een osteopaat maar had echt de tijd nodig om weer vertrouwen te krijgen in de ruiter. Het gaat steeds beter, ze gaat met sprongen vooruit, maar we merken dat ze erg onstabiel is. Ze verliest gauw balans en vindt het lastig om op de hulpen van de ruiter te vertrouwen. Door veel academische rijkunst met haar aan de hand te oefenen komt ze steeds beter in haar lijf te zitten. Hoe meer we aan haar balans werken, hoe meer vertrouwen we haar weer terug kunnen krijgen.

Horizontale balans

Dit is de gewichtsverdeling tussen de voor- en achterhand. Dit is uiteraard ook afhankelijk van wat je met het paard aan het doen bent. 

Van nature heeft het paard 3/5 van het gewicht op de voorhand. Ze grazen 16 tot 20 uur per dag, en dan is dit juist handig. De achterhand is echter veel sterker, heeft meer bespiering en is daardoor beter in staat om gewicht te dragen. 

Als je paard in de weide loopt kan hij gerust het gewicht op de voorhand dragen, als we het paard soepeler willen maken en bezig willen gaan met het rechtrichten streven we ernaar om het zwaartepunt van de ruiter verder naar achteren te verplaatsen.

In de galop zie je al mooi hoe de schouder omhoog komt bij het afzetten. De galop is dan ook een goede training voor het buigen van de achterhand en het versterken van de buikspieren.
Het paard komt omhoog met de schouder maar valt iets naar links. Om dit op te lossen moet er meer contact zijn met de binnenteugel. Het binnenbeen van de ruiter moet het bnnenachterbeen van het paard ondersteunen en onder het zwaartepunt vragen.
Om nog even te overdrijven wat betreft het horizontale evenwicht. Hierboven draagt het paard 100% van zijn gewicht op de achterhand. Je kunt duidelijk zien dat alle gewrichten in de achterhand gebogen zijn.

Laterale evenwicht

Links- of rechtsgebogen paard.

Rechtsgebogen paard:Linksgebogen paard:
Makkelijker rechtsom lopenMakkelijker linksom lopen
Makkelijker stelling aannemen naar rechtsMakkelijker stelling aannemen naar links
De linker rugspier is lang, slap en soepelDe rechter rugspier is lang, slap en soepel
De rechter rugspier is sterk, kort en stijfDe linker rugspier is kort, sterk en stijf
Het rechterachterbeen staat meer naar voren en meer naar rechtsHet linkerachterbeen staat meer naar voren en naar links
Rechtsachter is het stuwende beenLinksachter is het stuwende been
Linksachter is het dragende beenRechtsachter is het dragende been
Zwaartepunt bevindt zich links voor. Deze schouder is vaak beter bespierdZwaartepunt bevindt zich rechts voor. Deze schouder is vaak beter bespierd 
De linker hoef heeft een lagere hak en een lange teen, de rechter hoef is steilerDe rechter hoef heeft een lagere hak en een lange teen, de linker hoef is steiler
Bij het achterwaarts zal het paard zijn achterhand naar rechts laten wegdraaienBij het achterwaarts zal het paard zijn achterhand naar links laten wegdraaien
Op de volte linksom valt het paard door de wending op de binnenschouder, hij kan dus aan deze kant de volte kleiner maken en bijvoorbeeld hoeken in de bak afsnijden. Hij kan dan ook uitzwaaien met de achterhandRechtsom op de volte zal het paard de neiging hebben op de binnenschouder te vallen en zijn achterhand naar buiten zwaaien. De volte wordt kleiner en hij kan bijvoorbeeld hoeken in de bak gaan afsnijden
Op de volte rechtsom valt het paard over de buitenschouder, hierdoor wordt de volte steeds groter. Hij neemt teveel stelling aan naar binnen en de achterhand wordt teveel naar binnen gebracht omdat het moeilijk is om het stuwende achterbeen onder het zwaartepunt te plaatsenLinksom op de volte zal het paard de neiging hebben teveel buiging aan te nemen, over de buitenschouder weg te vallen en de achterhand wordt teveel naar binnen gebracht omdat het moeilijk is om het stuwende achterbeen onder het zwaartepunt te plaatsen
Het paard zal op de linkerhand geneigd zijn te versnellenHet paard zal op de rechterhand geneigd zijn te versnellen

Hierboven zien we Skír. Hij is hier nog niet zo lang onder het zadel, daarom is ontspanning het belangrijkste. Al vrij snel kun je beginnen met wendingen, stelling aannemen en aan beiden kanten buigen.

Ook zonder ruiter en zelfs zonder hoofdstel is het mogelijk om je paard in balans te houden.

Voorwaarts neerwaarts is de perfecte manier om je paard te laten ontspannen en de lange rugspier te stretchen.

Diagonale balans

Waar zit het meeste gewicht van het paard? Waar zit het zwaartepunt?

Het gewicht kan verplaatsen tussen de voor- en achterhand (horizontaal evenwicht) maar ook tussen de voorbenen. Als een paard op de volte rechtsom op de binnenschouder valt komt er veel meer gewicht op de rechter voorbeen. Probeer tijdens het rijden goed te voelen waar het zwaartepunt van je paard naartoe gaat. Het zwaartepunt van de ruiter heeft echter ook veel invloed!

Hierboven is een begin van de schoolhalt. Je vraag telkens iets meer gewicht op de achterhand, tot er één voorbeen omhoog komt. De buikspieren zijn aangespannen, de rug is bol, de gewrichten in de achterhand zijn gebogen en de achterhand staat verder onder het lichaam.

Voorhand

Tijdens het grazen heeft het paard vaak de voorkeur om het ene been voor het andere te zetten. Je kan dit meestal terugzien in de hoeven en de bespiering van de schouder.

Meestal zit het zo:

Linksgebogen paarden zijn rechtshandig.

Rechtsgebogen paarden zijn linkshandig.

Het rechtsgebogen paard zet zijn rechter voorbeen vaak onder het lichaam, en strekt het linker voorbeen vaak naar voren. Het rechter achterbeen wordt dan ook onder het lichaam geplaatst, zodat het paard weer in een minimale bocht naar rechts staat.

De rechter voorhoef wordt hierdoor vaak wat steiler, de hak langer en de teen korter. De andere hoef wordt wat platter, wijder en de teen langer.

Achterbenen

Het paard heeft een stuwend en dragend achterbeen. 

Het stuwende achterbeen geeft meer een voorwaartse beweging en het dragende achterbeen draagt meer gewicht. Het is dus bijvoorbeeld makkelijker om op de kant van het stuwende achterbeen licht te rijden, sommige paarden hebben daar zelf ook voorkeur voor. De andere kant voelt dan een stuk zwaarder.

Het stuwende achterbeen maakt meer snelheid, maar het is ook steiler en stijver.

Het dragende achterbeen staat vaak verder achter het paard, maar kan ook beter ondertreden. Deze is wat meer gebogen en wat soepeler.

Boven- en onderlijn

Lijn van de rug en buik. 

Op deze foto zie je dat de training niet alleen invloed heeft op hoe het paard onder het zadel loopt, maar door correcte training kan zijn hele houding en manier van dragen veranderen. Een paard met kortere en sterkere buikspieren en soepele rugspieren kan makkelijker verzamelen dan als deze verhouding andersom is.

Verhoudingen voor/achter 

De schouder is smaller dan de achterhand. Als het paard dus altijd steun heeft aan een bakrand zal hij automatisch scheef gaan lopen.

Hoofd/kaak/kauwen

Hoewel je hier niet altijd veel invloed op hebt, is het wel interessant om de asymmetrie van het hoofd te bekijken. Je ziet vaak dat de neusgaten niet recht zijn, maar soms zitten de oren en ogen ook op verschillende hoogtes. Ook de kaken kunnen verschillend bespierd zijn en vaak kauwt het paard net iets meer met de ene kant van de kiezen dan de andere.

Zelf vind ik het ook altijd goed dat als je toch het hoofd van het paard zo aan het bestuderen bent, je even kijkt wat de verhoudingen van de onder- en bovenlip zijn. Vanaf de zijkant bekeken. De onderlip is namelijk een goede indicator van spanning bij het paard. Deze trekken ze dan vaak op.

Foto’s (wordt in de toekomst meer toegevoegd):

Paard en mens lijken op elkaar.
Zweefmoment in de draf, goed gedragen houding van het paard.
Ontspannen verbinding om de rugspieren los te rijden. De neus is net iets voor de loodlijn, dat is belangrijk bij het rijden van de correcte voorwaarts neerwaarts.
Beweging wordt vanuit de achterhand doorgegeven naar voren, wat resulteert in verbinding met de hand van de ruiter.
Ondertreden in de galop, van achteren naar voren rijden. Doel bij dit paard is om de buikspieren te versterken en meer voorwaarts neerwaarts te rijden.
Zelfs een paard zonder training heeft van nature al draagkracht in de achterhand. Dit ontwikkelen ze het beste als ze de ruimte hebben om te rennen en te spelen met andere paarden.
Afzetten net voor het zweefmoment op hoog tempo galop. Achterbenen treden goed onder en er is veel buiging in de gewrichten.
Zweefmoment in de galop.
Ook in de draf kan het paard zichzelf uitstekend dragen.
Ontspanning, van achteren naar voren rijden, de beweging van de achterbenen voelen in je hand.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.