In IJsland rijden ze regelmatig met een handpaard, soms zelfs met meerdere. Dit is goed mogelijk door de enorme vlaktes en de andere wetten (je bent altijd fout als je een paard aanrijdt). In Nederland is dat soms iets lastiger door smalle paden en veel drukke wegen. Met twee goed opgeleide paarden is het echter prima mogelijk om met een handpaard te rijden. Het is zelfs erg leuk om te doen! In deze blog ga ik jullie uitleggen hoe je je kunt voorbereiden om het rijden met een handpaard tot een succes te maken.
Allereerst is het belangrijk dat het rijpaard:
- Rustig is.
- Goed aan de hulpen is: goed op been wegstappen, makkelijk weer terug te nemen.
- Gewend is aan verschillende situaties die je buiten tegen kunt komen: auto’s, koeien, rennende paarden, blaffende honden enz.
- Met één hand te rijden is.
- Goed met het andere paard overweg kan.
- Geduldig stil kan staan bij het opzadelen, opstappen en onderweg (bijvoorbeeld bij het oversteken van een weg).
Als je paard dit allemaal kan is hij zeker geschikt om mee te nemen als “hoofdhandpaard”. Mochten sommige dingen nog niet helemaal goed gaan of twijfel je in bepaalde situaties? Ga ze dan eerst nog meerdere keren oefenen. Jij moet ook het vertrouwen in je paard hebben en dat kunnen doorgeven. Vaak zijn paarden met zijn tweeën rustiger, maar als een situatie verkeerd gaat, loopt het ook sneller uit de hand.
Heb je vertrouwen in jezelf en je paard? Ben je helemaal klaar op om stap te gaan met twee paarden? Dan moeten we echter nog even wachten… Het handpaard moet namelijk ook een goede basis hebben om vertrouwd mee te kunnen.
Het is belangrijk dat het handpaard:
- Netjes kan meelopen aan een halster.
- Het rijpaard kent.
- Netjes kan stilstaan tijdens het opzadelen, opstappen en onderweg (dit kun je tijdens het wandelen oefenen).
- Reageert op stemhulpen zoals ‘Stap’ en ‘Hoo’ of ‘Halt’.
Als de paarden dit allebei goed onder controle hebben is het handig om een paar keer samen met ze te gaan wandelen. Je kunt dan al het stilstaan tijdens het poetsen oefenen, het door hekken gaan en een route uitstippelen die (op de meeste stukken) breed genoeg is zodat de paarden naast elkaar kunnen lopen.
Belangrijk om rekening mee te houden onderweg:
- Soms is het handig om de eerste keer in de bak of het weiland te oefenen. Jonge paarden vinden het vaak helemaal geweldig om mee te gaan naar buiten en kunnen wat druk worden. Het is daarom goed dat je het sturen al hebt kunnen oefenen.
- Blijf de eerste paar ritten stappen, dit is zodat de paarden kunnen wennen en jij zelf vertrouwen krijgt in de combinatie. In het begin is het best lastig om twee paarden te sturen.
- Zorg dat het touw van het handpaard lang genoeg is zodat hij achter het rijpaard kan lopen op smalle stukken, maar niet zo lang dat je paarden erop kunnen gaan staan of het moeilijk vast te houden is.
- Oefen regelmatig het halthouden, dit wordt sowieso te weinig gedaan in de training, maar wacht niet totdat je bij een drukke weg staat om dit voor het eerst uit te voeren.
- Het handpaard moet ongeveer met zijn hoofd bij jouw knie lopen, op deze manier kun je hem het beste sturen en remmen.
- Het kan handig zijn om de eerste paar keren iemand op en derde paard mee te vragen. Zeker als je nieuwe dingen uit gaat proberen is het goed om met zijn tweeën te zijn, voor het geval er iets mis gaat.
Het is in het begin wat lastig om met een handpaard te rijden, de een moet wat sneller en de ander wat langzamer. Als de paarden het goed door hebben (en jij ook) wordt het echter juist heel gezellig. Het is dubbel genieten met 2 paardjes in plaats van 1.
Misschien wordt het binnenkort mogelijk om hier les te volgen in het rijden met handpaard, ik hou jullie op de hoogte!
Ik wens jullie heel veel plezier met het uitproberen, hopelijk hebben jullie er nu een geweldig nieuw trainingsdoel erbij. Geniet ervan!