De IJslander is een trots, temperamentvol en intelligent paard. Door zijn wapperende manen, indrukwekkende tölt en snelle tegang imponeren ze iedereen.
Het IJslandse paard is één van de zuiverste rassen ter wereld. Dit gangenpaard komt uit IJsland waar ze al meer dan duizend jaar zonder invloed van buitenaf worden gefokt. Er is dan ook een verbod op het importeren van paarden naar IJsland. Het ras is heel veelzijdig, er zijn speciale IJslander wedstrijden waar het voornamelijk om de gangen gaat, maar het IJslandse paard is ook te vinden in dressuur, springen, western en natural horsemanship.
De IJslander is vriendelijk, maar ook wel eens eigenwijs, het zijn om deze reden dan ook echt geen ‘kinderpony’s. Goed getrainde paarden zijn gevoelig en hebben veel temperament. Bij het rijden van deze gangenpaarden is goede begeleiding daarom ook zeer belangrijk. De hulpen worden altijd licht en vriendelijk gegeven. Het IJslandse paard kan ook altijd zelf de weg naar huis weer vinden, dit geeft een veilig gevoel op deze stoere paardjes.
Bij de IJslanders heb je vier- en vijfgangers. De viergangers beschikken naast de stap, draf en galop ook over de Tölt. De vijfgangers hebben hiernaast ook nog een vijfde gang, namelijk de telgang. Heel soms komt het voor dat een IJslander niet kan tölten. Deze dieren worden voor de fokkerij zo veel mogelijk uitgesloten, want de specifieke IJslandse gangen willen we in dit ras behouden. Juist de IJslandse gangen geven immers een extra dimensie aan het houden en rijden van IJslandse paarden.
De Tölt
(Door Dagur Brynjólfsson – originally posted to Flickr as 043 Sævar frá Stangarholti)
In de Tölt worden de voeten op dezelfde manier neergezet als in stap. Het tempo varieert van een langzame draf tot een zeer snelle galop. Sommige paarden winnen het in tölt zelfs makkelijk van een galopperend paard! Tijdens de tölt is er altijd één been aan de grond, hierdoor zit de gang erg comfortabel en stil. Er is namelijk geen zweefmoment zoals in de draf.
Om aan te tonen hoe stil de tölt gereden kan worden zijn er töltdemonstraties waarbij de ruiter in één hand een groot glas bier heeft. Hij rijdt hiermee, zonder te morsen, meerdere rondes in tölt.
De Telgang
(Door Dagur Brynjólfsson from Hafnarfjordur, Iceland – Gæðingamót Fáks 2009)
De Telgang is een gang die alleen in hoge snelheden wordt gereden. In tegenstelling tot de draf wordt niet het diagonale, maar het laterale benenpaar gelijktijdig opgetild (Lateraal = de benen aan dezelfde kant = rechter voorbeen en rechter achterbeen). Hierdoor ontstaat voor de ruiter een heen en weer schommelende beweging. Telgang in een langzaam tempo heeft de naam ‘Schweinepass’ en is niet gewenst. Alleen de echte rentelgang, waarbij hoge snelheden worden gehaald, wordt als een positieve eigenschap beschouwd. Deze dieren worden voor de fokkerij zo veel mogelijk uitgesloten, want de specifieke IJslandse gangen willen we in dit ras behouden. Juist de IJslandse gangen geven immers een extra dimensie aan het houden en rijden van IJslandse paarden.
Bekende paarden:
Siða frá Sauðárkróki: Mooie zwartbonte merrie, geboren in 1952, waar veel paarden nu nog naar terug te leiden zijn. Ze was een succesvolle merrie genoemd, sommige zeggen zelfs de beste fokmerrie die ooit gekeurd is.
Sörli frá Sauðárkróki : De zoon van Siða, een zwarte hengst met zeer ruime gangen en een fantastisch karakter. Hij is geboren in 1964 en heeft 1204 nakomelingen. De meeste stonden in IJsland, maar ze zijn ook in Duitsland, Frankrijk, Denemarken, en Canada te vinden.
Hrafn frá Holtsmúla: Misschien wel de meest invloedrijke hengst. Hij is geboren in 1968 en heeft 1227 nakomelingen. In Hrafn was al het langbenige, elegante type rijpaard te ontdekken, zoals we dat nu graag zien. Ook heeft hij in 1978 een ereprijs gewonnen voor zijn nakomelingen.
Ófeigur frá Flugumýri: Ófeigur was een mooie donkerbruine wildkleur hengst. Bijna alle wildkleur IJslanders die we nu zien, zijn terug te leiden naar hem. Ófeigur was homozygoot voor wildkleur, waardoor al zijn nakomelingen dit mee hebben gekregen. Zijn manen en staart waren niet overvloedig, maar hij had een zeer elegante tölt.
Náttfari frá Ytra-Dalsgerði: Náttfari was een zwarte dekhengst geboren in 1970, zoon van Sörli frá Sauðárkróki. In totaal heeft hij 720 nakomelingen. Hij was vooral bekend om zijn geweldige telgang.
Orri frá Þúfu: Orri is geboren in 1986. Toen hij in training stond viel hij op door zijn geweldige beweging en omdat hij erg fijn was in de omgang. Orri was 14 jaar toen hij een ere prijs kreeg voor zijn nakomelingen. Hij had 56 nakomelingen die met een 8.00 of hoger waren gekeurd. Dit is zeer uniek. In totaal heeft hij 1348 nakomelingen.
IJslandse tekens
Tekens die veel in de namen van de IJslanders tegenkomen zijn:
Á-á, É-é, Í-í, Ó-ó, Ú-ú, Ý-ý, Ð-ð (eth), Þ-þ (thorn), Æ-æ en Ö-ö.
Een aantal voorbeelden van de uitspraak:
Hrafn spreek je uit als: ‘Hrap’
Siða spreek je uit als: ‘Sitha’
Sæla spreek je uit als: ‘Saila’
Viti spreek je uit als: ‘Witi’