Veel kinderen willen graag op paardrijles. Misschien denkt u als ouder dat de sport gevaarlijk is en dat ze beter op pianoles kunnen gaan, maar er zitten ook erg veel voordelen aan paardrijden. De kinderen leren belangrijke lessen waar ze de rest van hun leven iets aan hebben. 

 

Paarden verwachten niets en zullen niet oordelen.

Onbewust verwachten, of hopen we dat de kinderen het goed doen op school, zodat ze een fijne toekomst tegemoet gaan. Of je hoopt dat ze het goed doen tijdens sport, dat ze veel vriendjes hebben en altijd gelukkig zijn. We weten natuurlijk dat dit niet zo simpel is. Het kind voelt echter heel goed aan dat hij iets moet waarmaken. Paarden hebben deze verwachtingen niet. Voor een paard maakt het niet uit hoe oud je bent, wat je allemaal al meegemaakt hebt en hoe je het op school doet. Ook als je misschien gepest wordt zal een paard daarom niet anders op jou reageren. Hij zal juist een fijne vriend zijn waar je aan kunt vertellen hoe je dag is geweest. 

 

Kinderen leren grenzen aangeven.

Paardrijden kan best spannend zijn. De kinderen leren hun grenzen aangeven als ze iets niet goed durven of iets nog te eng vinden. Soms willen ze heel graag draven maar blijkt dat dat toch nog teveel hobbelt en dan mogen ze altijd aangeven dat ze iets nog niet willen. In de lessen wordt dit ook erg gestimuleerd. Ook ‘ik begrijp het niet’ hoor ik graag. Ik zeg altijd: ‘Als jij het niet begrijpt, heb ik het niet goed uitgelegd. We gaan het gewoon nog een keer doen, je doet enorm je best en het geeft niks als het niet in één keer lukt.’

 

Zorgen voor een dier.

Door te zorgen voor een dier leer je al snel verantwoordelijkheid te nemen. Dingen zoals de borstels weer in de borsteltas doen zodat het paard er niet op kan staan zijn al gauw heel normaal. Je leert hoe je veilig en vol zelfvertrouwen met een paard om kunt gaan. Ook moet je een beetje zelfstandig zijn en dit leer je heel goed door regelmatig een paard te pakken, borstelen en opzadelen. 

 

Paardrijden doe je samen.

Misschien denk je als je naar een dressuurproef kijkt: ‘het paard doet al het werk en de ruiter zit daar maar wat rond te kijken’. Het lijkt makkelijker dan dat het is, tijdens het rijden moeten paard en ruiter samenwerken om dit resultaat te krijgen. Altijd als de ruiter een oefening van het paard vraagt heeft het dier de keus om ‘nee’ te zeggen. Dit maakt dat je leert hoe je iets op een andere manier moet vragen, hoe je de ander kunt motiveren en wat je aan jezelf kunt veranderen om toch die oefening samen uit te kunnen voeren.
Tijdens de rijlessen helpt de instructeur jou om samen te werken met het paard.

 

Goed leren luisteren, kijken en voelen.

Vaak als ik met paarden werk krijg ik de vraag: ‘jij bent vast een paardenfluisteraar’. Het is echter niet zo dat ik de paarden toefluister wat ze moeten doen, ik luister alleen naar ze. De kinderen leren van de instructeur wat hun paard ze vertelt. Ook leren ze goed kijken en luisteren naar de instructies die gegeven worden. Tijdens het rijden leer je balans, en hoe je kunt voelen wat het paard onder je doet (we oefenen bijvoorbeeld welk voorbeen naar voren stapt).

 

Controle krijgen over het eigen lichaam.

Wat kun je doen als je iets heel spannend vindt? Hoe krijg je controle over je ademhaling? Kun je het paard ook op energie stoppen? Hoe moet je je hoofd leegmaken als je bij het paard bent? Dit alles en nog veel meer leren we spelenderwijs tijdens de lessen. Door je bewust te zijn van wat er in je lichaam gebeurt heb je meer zelfvertrouwen in andere situaties in je leven.

 

De band opbouwen met een dier.
Door het uit de wei halen, borstelen, opzadelen en rijden van het paard bouwen jullie samen een band op. Ook tijdens de omgang leren jullie elkaar goed kennen. Het voelt voor kinderen vaak heel bijzonder om een paard te kunnen verzorgen en rijden. Zeker als ze regelmatig op hetzelfde paard rijden worden ze goede vriendjes.

 

Uitdagingen leren aangaan.

Om je te ontwikkelen tot een goede ruiter moet je veel obstakels overwinnen. Je hebt altijd met een paard te maken en jullie moeten goed samenwerken om verder te kunnen. Niet alles gaat vanzelf als je gaat paardrijden. Soms vind jij dingen spannend maar het kan ook dat jullie samen nog wat langer moeten oefenen voordat bepaalde dingen lukken. Om dit alles te bereiken moet je uitdagingen aangaan. Hierdoor leer je niet altijd de veilige weg te kiezen, maar ook eens op avontuur te gaan.

 

Teleurstellingen verwerken.

Bij paardrijden gaat niet alles vanzelf. Het kan zijn dat je wat langer nodig hebt om te leren lichtrijden, maar dit is helemaal niet erg. hier moet je ook mee leren omgaan. Ook zijn paarden erg gevoelig, als jij een keer niet lekker in je vel zit voelt het paard dit direct. Elk paard zal hier anders op reageren, de ene weet dan niet zo goed wat hij moet doen, en de ander zal je proberen op te fleuren. Kinderen zeggen vaak: ‘hij doet het niet’, maar het is goed om je te realiseren dat jullie sámen iets moeten bereiken en dat het (meestal) niet aan het paard ligt als iets niet lukt. Van paardrijden leer je zelfreflectie.

 

Kinderen worden weerbaarder, sterker en kunnen zelfvertrouwen ontwikkelen.

Als het kind al een tijdje op paardrijden zit kun je merken dat hij zelfstandiger wordt en meer zelfvertrouwen heeft ontwikkeld. Ze weten vaak beter hoe ze met moeilijke situaties om moeten gaan en staan steviger in hun schoenen. Van paardrijden krijg je ook veel energie, voor veel kinderen is het het leukste uurtje van de week. De ene helft van de week kunnen ze nog nagenieten van de leuke les, en de andere helft verheugen ze zich op de volgende. Kinderen zullen zich ook beter voelen over zichzelf. Ze kunnen namelijk samenwerken met een paard, een dier dat veel sterker is en jou toch op zijn rug wil dragen. Een heel trots dier dat deze eigenschap heel graag met je wil delen.